Alle cursussen die worden aangeboden in Brightspace® moeten aan een cursussjabloon zijn gekoppeld. Cursussjablonen koppelen een cursuseditie aan een afdeling (of een andere bovenliggende organisatie-eenheid voor organisaties die geen afdelingen gebruiken of een andere organisatie-eenheid tussen afdelingen en cursussjablonen opnemen).
Het primaire doel van de sjabloon organisatie-eenheid is om te fungeren als een container die vergelijkbare of gerelateerde cursussen groepeert: Zo kunnen bijvoorbeeld alle cursussen Geschiedenis 1 worden gekoppeld met één bovenliggende cursus Geschiedenis 1. Dit is handig voor inschrijving, het maken van cursussen en het beheer van cursussen in de loop der tijd.
De cursussjabloon kan ook fungeren als bibliotheek voor onderliggende organisatie-eenheden. Sjablooncomponenten en -instellingen worden niet automatisch overgenomen door onderliggende organisatie-eenheden; ze kunnen echter wel worden gedeeld of gekopieerd naar cursusedities. De koppeling tussen een sjabloon en een cursuseditie maakt het ook mogelijk om bepaalde toolonderdelen te delen van een sjabloon naar een cursuseditie, zoals thema's, navigatie, koppelingen, groepen van koppelingen, competenties, rubrics, externe plug-ins, externe leermiddelen (ELT's) en ePortfolio-formulieren. Tool-onderdelen kunnen echter alleen vanuit de sjabloon worden beheerd.
Belangrijk: Hoewel het mogelijk is om de sjabloon te gebruiken als bibliotheek voor onderliggende organisatie-eenheden, vereist dit vaak extra inschrijvingsstappen en administratieve taken, omdat de cursussjablonen niet eenvoudig toegankelijk zijn via de Cursusselectie of de widget Mijn cursussen. Daarom wordt het opzetten van een organisatie-eenheid "Hoofdcursus"-cursuseditie voor dit doel aanbevolen.
U kunt meerdere cursusedities aan een sjabloon koppelen. Alle cursusedities die aan een sjabloon zijn gekoppeld behoren tot dezelfde afdeling, omdat het de sjabloon is, niet de cursuseditie, die met een afdeling is gekoppeld.
Er zijn drie verschillende manieren om cursusedities en -sjablonen te maken:
- U kunt deze handmatig maken via de D2L®-interface voor het maken van cursussen.
- U kunt het batchgewijs maken van cursussen gebruiken om automatisch cursusedities te maken op basis van onderdelen in een CSV-bestand.
- U kunt integreren met een studentinformatiesysteem (SIS/UIS).
Beste methoden voor het gebruik van cursussjablonen
- Alle cursusedities moeten aan een cursussjabloon zijn gekoppeld.
- Elke cursus moet één sjabloon hebben maar kan meerdere edities hebben (één editie voor elke klas (groep) of sessie).
- Wanneer u twee cursusedities hebt die u als 'dezelfde cursus' zou omschrijven, moeten deze één sjabloon delen.
- Tools en inhoud die telkens opnieuw worden gebruikt wanneer de cursus wordt aangeboden, moeten worden opgeslagen in de cursussjabloon.
- Componenten kunnen binnen een bepaalde cursuseditie worden aangepast zonder dat dit van invloed is op de sjabloon of toekomstige edities.
- Goede ideeën uit een cursuseditie kunnen eenvoudig naar de sjabloon worden gekopieerd en geïntegreerd in toekomstige edities van de cursus.
De beste methode om een nieuwe cursus aan Brightspace® toe te voegen
- Een nieuwe sjabloon maken
Wanneer u een nieuwe cursus creëert, maakt u eerst de cursussjabloon. Het is gemakkelijker om de eerste editie van de cursus te maken nadat u de cursussjabloon hebt geconfigureerd.
Geef de sjabloon een naam en code (bijvoorbeeld: Inleiding in wetenschap en technologie, WT100). Dit versterkt het idee dat de sjabloon de standaardconfiguratie voor de cursus bevat.
Gebruik een bestandspad waarmee sjabloonbestanden in een hoofdmap worden opgeslagen en bestanden van de cursuseditie in mappen onder de sjabloon. Probeer iets te gebruiken zoals:- /inhoud/afdeling/cursus (sjabloon)/cursussessie (cursuseditie)
- /inhoud/Wetenschap en technologie/WT100/WT100_Najaar2021
- Cursusonderdelen in de sjabloon configureren
Cursusonderdelen omvatten alle cursusinhoud, scorerapportinstellingen, releasevoorwaarden, discussieonderwerpen, vragenbibliotheken enzovoort, die u in uw cursus wilt gebruiken.
U moet cursusonderdelen configureren die gelijk zijn voor alle edities van de cursus in de sjabloon. U kunt onderdelen uit andere sjablonen of eerdere cursusedities kopiëren als u configuraties van andere cursussen opnieuw wilt gebruiken. U kunt ook onderdelen uit een bestand importeren.
- Een cursuseditie maken
Zodra het model van de cursus in de cursussjabloon is opgezet, kunt u de eerste cursuseditie maken. Kies bij het maken van de eerste cursuseditie de optie om een nieuwe cursuseditie te maken op basis van de sjabloon die u hebt gemaakt.
Gebruik voor de naam van de cursuseditie de naam van de cursus plus een indicatie van de sessie (bijvoorbeeld Inleiding in wetenschap en technologie, najaar 2021). Gebruik voor de code de cursuscode plus een indicatie (bijvoorbeeld WT100_Najaar2021).
Vergeet niet een cursuspad te gebruiken waarin de juiste afdeling en sjabloon in de volgende indeling zijn opgenomen: /content/department/course (sjabloon)/cursussessie (cursuseditie). Bijvoorbeeld: /inhoud/Wetenschap en technologie/WT100/WT100_Najaar2021.
- Alle onderdelen van de sjabloon naar de cursuseditie kopiëren
Nadat u de cursuseditie hebt gemaakt, klikt u op de koppeling Cursusonderdelen kopiëren of importeren op de pagina Overzicht om de pagina Onderdelen importen/exporteren/kopiëren voor de nieuwe cursuseditie te openen. Selecteer de items in de sjabloon die u naar de cursuseditie wilt kopiëren.
- De startpagina en navigatiebalk van de cursus activeren en tools inschakelen
In de nieuwe cursus wordt gebruikgemaakt van de standaardnavigatiebalk, -startpagina en -toolinstellingen van de organisatie. Als u een startpagina of navigatiebalk uit de sjabloon kopieert, moet u deze activeren. Als u tools kopieert die niet standaard zijn ingeschakeld, moet u deze tools in de nieuwe cursus inschakelen.
Beste methoden voor het maken van een standaardinstelling voor een bestaande cursus
Als u Brightspace® al hebt gebruikt zonder dat u de standaard cursuscomponenten binnen de cursussjablonen hebt onderhouden, kunt u eenvoudig standaardconfiguraties voor uw bestaande cursussen instellen.
- Een standaardnaamgevingsconventie toepassen
Als u een standaardnaamgevingsconventie hebt, helpt dit u om de cursussjabloon te beschouwen als het hoofdexemplaar van de cursus. Dit is vooral belangrijk als u in het verleden geen enkelvoudig cursussjabloon hebt gebruikt met meerdere cursusedities voor elke cursus.
Neem de sjabloon die bij het meest recente editie van de cursus wordt gebruikt en wijzig de naam ervan in de naam van de cursus (bijv. Introductie tot Wetenschap en Technologie).
Neem de meest recente cursuseditie en wijzig de naam ervan in de naam van de cursus plus een indicatie van de sessie, de klas of de onderwijsperiode (bijv. Introductie tot Wetenschap en Technologie najaar 2012). Gebruik dezelfde strategie bij de naamgeving van alle toekomstige edities van dezelfde cursus.
- Een standaardconventie voor bestandspaden gebruiken
Bij het maken of configureren van cursuscomponenten zult u vaak werken met de mappenstructuur op uw bestandsserver (met behulp van Bestandsbeheer). Als u de paden voor uw cursussjabloon en elk van uw cursusedities op orde heeft, zijn deze taken gemakkelijker.
Voor de cursussjabloon kunt u het volgende gebruiken:
/content/department/course (sjabloon)
/content/Science_and_Technology/ST100/
Voor elke cursuseditie kunt u het volgende gebruiken:
/content/department/course (sjabloon)/session (cursuseditie)/
/content/Wetenschap_en_Technologie/WT100/WT100_Najaar2012/
Deze constructie zal u helpen de standaardcomponenten voor de cursus (opgeslagen in de sjabloon) conceptueel te scheiden van individuele cursusedities.
- De standaardcursusinstelling in de cursussjabloon maken
Begin met het kopiëren van de componenten uit de meest recente editie van de cursus, omdat deze meestal het dichtst benadert wat u in de toekomst als standaardcomponenten wilt gebruiken. (In sommige gevallen kan een oudere editie of zelfs een editie van een andere cursus beter passen bij wat u wilt. Of misschien wilt u afzonderlijke componenten uit meerdere bronnen kopiëren.)
U kunt ook extra elementen toevoegen aan componenten die u hebt gekopieerd, de configuratie van de componenten reorganiseren en, indien nodig, lege componenten configureren en nieuw cursusmateriaal maken.
- Een nieuwe cursuseditie maken op basis van de bijgewerkte sjabloon
Zodra de configuratie van de sjabloon is voltooid, kunt u een nieuwe cursuseditie maken op basis van de standaardconfiguratie van de cursus.
Redenen om cursussjablonen te gebruiken
Het voordeel van het gebruik van een cursussjabloon om de standaardconfiguratie van de cursus op te slaan, is dat u een hoofdversie van de cursuscomponenten gescheiden houdt van de individuele cursusedities. Hierdoor kunt u de cursus aanpassen voor elke afzonderlijke groep zonder dat dit invloed heeft op de volgende editie.
Cursussjablonen zijn niet ideaal voor alle situaties. De volgende tabel is bedoeld als richtlijn om u te helpen bepalen welke componenten u eventueel in een cursussjabloon moet opslaan.
Als
|
Moet u
|
---|
Uw cursusedities allemaal uniek zijn en u nooit dezelfde cursus twee keer aanbiedt
|
Eén lege sjabloon maken voor elke cursuseditie (om de cursuseditie te koppelen aan een afdeling of een andere bovenliggende organisatie-eenheid)
Componenten maken en configureren binnen de cursuseditie
|
U dezelfde cursus opnieuw aanbiedt in verschillende semesters en dezelfde tools, bestanden en inhoud opnieuw gebruikt
|
Standaardcomponenten in de cursussjabloon ontwikkelen en opslaan
Standaardcomponenten naar cursusedities kopiëren wanneer de cursus opnieuw wordt aangeboden
|
U voornamelijk cursusinhoud hergebruikt (in plaats van de andere tools), en verschillende inhoud met elkaar combineert in verschillende cursussen
|
De Brightspace®-cursusopslagplaats gebruiken om cursusinhoud op te slaan, te delen en opnieuw te gebruiken
Of
De functie Componenten kopiëren gebruiken om inhoud rechtstreeks tussen cursusedities te kopiëren
|
Wat u in een sjabloon kunt opslaan
U kunt vrijwel elke component die aan een cursuseditie kan worden toegevoegd in een cursussjabloon opslaan, zodat deze opnieuw kan worden gebruikt voor meerdere edities van dezelfde cursus.
De volgende componenten kunnen worden gemaakt, gewijzigd en opgeslagen in een cursussjabloon:
- Opdrachten
- Deelnameregisters
- Agendagebeurtenissen
- Checklist
- Competenties
- Inhoud
- Cursusbestanden
- Discussies
- Externe koppelingen
- Veelgestelde vragen
- Woordenlijst
- Scores
- Groepen
- Startpagina’s
- Navigatiebalken
- Aankondigingen
- Vragenbibliotheek
- Registratieformulieren
- Rubrics
- Agenda
- Zelfevaluaties
- Toolweergavenamen
- Widgets
- Koppelingen externe cursustool
- Providers externe cursustool
U kunt ook QuickLinks onderhouden tussen componenten, releasevoorwaarden en koppelingen tussen uw scorerapport en andere tools.
Wat is het verschil tussen het delen en kopiëren van cursuscomponenten?
Met sommige tools kunt u specifieke onderdelen met verschillende cursusedities delen. Met de tool Rubrics kunt u bijvoorbeeld individuele rubrics configureren om te delen met alle cursusedities (of specifieke) onder de organisatie-eenheid waarin de rubric is gemaakt.
U kunt deze functie gebruiken om automatisch een bepaalde rubric te gebruiken in elk cursuseditie die aan een specifieke sjabloon is gekoppeld. Wanneer een nieuwe editie wordt gemaakt, is de rubric automatisch beschikbaar, zolang de editie is gekoppeld met de juiste sjabloon.
Als u de rubric deelt, hoeft u deze niet telkens handmatig naar de cursuseditie te kopiëren wanneer u een cursuseditie aan de sjabloon toevoegt. Alle wijzigingen die u in de rubric aanbrengt, worden in alle cursusedities weergegeven.
Deze tools kunnen worden gedeeld tussen organisatie-eenheden: