Om de beveiliging van de cloudomgeving te verbeteren, worden verdachte verzoeken proactief geblokkeerd met behulp van een Web App Firewall (WAF).
De WAF controleert al het verkeer dat binnenkomt in de Brightspace®-cloudomgeving om na te gaan of het verkeer aan de regels voldoet. Verkeer dat voldoet aan de regels die aangeven dat het verkeer een mogelijk veiligheidsrisico vormen, wordt niet tot de servers toegelaten. Als gevolg daarvan komt verdacht verkeer niet in uw omgeving terecht, waardoor de kans op een beveiligingsincident dat van invloed kan zijn op de infrastructuur, verder wordt verkleind.
De WAF controleert of het verkeer afkomstig is van een bekend verdacht IP dat een potentieel veiligheidsrisico vormt en of het verkeer afkomstig is van buiten de regio van een klant.
De tweede controle wordt uitgevoerd om te voorkomen dat al het verkeer van een klant wordt geblokkeerd in het onwaarschijnlijke geval dat de WAF een negatieve invloed heeft op het verkeer van een klant.
Als u vragen krijgt van gebruikers die worden geblokkeerd door de WAF, kunt u het probleem van de gebruiker oplossen door na te gaan of deze een proxy of een virtueel particulier netwerk (VPN) gebruikt. Als dit niet het geval is, neemt u contact op met D2L® om vast te stellen of de WAF legitiem verkeer blokkeert.
Als gebruikers last hebben van time-outfouten bij het gebruik van een VPN- of proxyserver buiten de regio, raadt D2L® gebruikers aan om via een andere methode toegang te krijgen tot Brightspace®.