Brightspace® LeaP™ is een adaptieve cursustool die gepersonaliseerde leertrajecten voor leerlingen opbouwt. Wanneer u koppelingen tussen Brightspace® LeaP™ en Brightspace® tot stand brengt, krijgen gebruikers toegang tot Brightspace® LeaP™ via een beveiligde verbinding (HTTPS).
Met Brightspace® LeaP™ maakt u leertrajecten op basis van cursusspecifieke, standaard- of schoolspecifieke leerdoelen. Er wordt gebruikgemaakt van inhoud uit de cursus om de doelen duidelijk te maken en om op basis van vragen die uit de vragenbank zijn geëxporteerd, te beoordelen in hoeverre cursisten de doelen al beheersen. Hiermee wordt per leerdoel bepaald welke inhoud het meest effectief is en wordt aanbevolen en worden cursisten begeleid bij inhoud die aan hun persoonlijke sterke en zwakke punten wordt aangepast wanneer ze met de tool werken.
U kunt Brightspace® LeaP™ op verschillende manieren gebruiken:
- Als primaire bron van het leren: u kunt modules maken als gepersonaliseerde leertrajecten met Brightspace® LeaP™. In dit geval schakelt u pretesten niet in en krijgen alle cursisten in eerste instantie een standaardleertraject te zien dat als een typische inhoudsmodule kan worden bekeken. Personalisering begint nadat cursisten hun eerste test hebben uitgevoerd.
- Als studie/voorbereiding op een test: u kunt Brightspace® LeaP™ als laatste onderdeel in een statische inhoudsmodule opnemen, zodat cursisten hun kennis van de stof in de module kunnen beoordelen en controleren.
- Als herhaling: u kunt cursisten naar Brightspace® LeaP™ doorverwijzen als ze problemen hebben. In dit geval kan het nuttig zijn om pretests in te schakelen en de al geleerde stof te verbergen. Dan biedt Brightspace® LeaP™ alleen inhoud aan voor de stof waar de cursist problemen mee heeft.
Vereisten
Brightspace® LeaP™ maakt geen deel uit van Brightspace® Core. Klanten moeten het Performance+-pakket aanschaffen om toegang te krijgen tot de LeaP™-tool.
Instructeurs hebben de volgende machtigingen nodig om LeaP™ te kunnen gebruiken:
Tool
|
Machtiging
|
Niveau
|
Opslagplaats voor cursusobjecten (LOR) |
Zoeken in de opslagplaats voor cursusobjecten |
org + cursuseditie |
|
Objecten ophalen in de opslagplaats voor cursusobjecten |
org + cursuseditie |
|
Koppelingen maken naar objecten in de Opslagplaats voor cursusobjecten |
org + cursuseditie |
|
Objecten bekijken in de Opslagplaats voor cursusobjecten |
org + cursuseditie |
Externe plug-ins |
Externe plug-ins weergeven |
cursussjabloon + cursuseditie |
Externe tools |
Configuratie van externe cursustools beheren |
cursussjabloon + cursuseditie |
|
Koppelingen naar externe cursustools openen |
cursussjabloon + cursuseditie |
Visuele rondleiding in de LeaP™-tool
Welke soorten inhoud kan ik gebruiken in Brightspace® LeaP™?
Als u Flash- of SCORM-inhoud wilt gebruiken, moet u de inhoud mogelijk eerst handmatig aanpassen of opsplitsen.
Learning Management System (LMS) (Educatief beheersysteem)
|
Type inhoud toegevoegd aan het LMS
|
Opmerkingen
|
Relatieve koppelingen in HTML-bestanden werken?
|
Gekoppelde URL's in het bestand worden ook toegevoegd aan Brightspace® LeaP™ als afzonderlijke inhoudsonderdelen?
|
|
Inhoudsbestand dat verwijst naar een binair bestand zonder tekst (bijvoorbeeld JPG, PNG, Video)
|
De inhoud wordt als onderdeel toegevoegd. Alleen de titeltekst wordt gebruikt voor het toewijzen en indexeren.
|
|
|
Brightspace®
|
Inhoudsbestand dat verwijst naar de hoofd-HTML-pagina van een website binnen de cursusbestanden
|
Dit is hetzelfde als een bestandstype maken dat verwijst naar de hoofdindexpagina van de website. Alleen de gekoppelde hoofdpagina wordt geïndexeerd en toegevoegd aan Brightspace® LeaP™. Andere pagina's en bijbehorende bestanden worden overgeslagen.
|
Ja
|
Nee
|
|
Inhoudsbestand dat verwijst naar een binair bestand zonder tekst (bijvoorbeeld JPG, PNG, Video)
|
De inhoud wordt als onderdeel toegevoegd. Alleen de titeltekst wordt gebruikt voor het toewijzen en indexeren.
|
|
|
LTI |
Inhoudsbestand dat alleen beschikbaar is via een LTI-koppeling |
Meestal bieden LTI-koppelingen toegang tot inhoud die door een uitgever wordt gehost. |
Ja |
Nee |
Moodle
|
Inhoudsbestand dat verwijst naar de hoofd-HTML-pagina van een website binnen de LMS-cursusbestanden
|
Alle bestanden van een website worden toegevoegd en Brightspace® LeaP™ beslist welke bestanden moeten worden geïndexeerd.
|
Ja
|
Nee
|
|
Inhoudsbestand dat verwijst naar een binair bestand zonder tekst (bijvoorbeeld JPG, PNG, Video)
|
De inhoud wordt als onderdeel toegevoegd. Alleen de titeltekst wordt gebruikt voor het toewijzen en indexeren.
|
|
|
|
HTML-bestand op een website, maar niet expliciet toegevoegd als hoofdbestand
|
De inhoud wordt geïndexeerd en toegevoegd. Het label < title > wordt gebruikt om de titel van het inhoudsonderdeel op te halen in plaats van de bestandsnaam.
|
|
|
|
Niet-HTML-bestand (bijvoorbeeld PDF) op een website, maar niet expliciet toegevoegd als hoofdbestand
|
De inhoud wordt geïndexeerd en toegevoegd als deze in de lijst met geaccepteerde typen staat (.txt, .htm, .html, .doc, .pdf, .rtf, .xml, .docx). De naam van de Moodle-koppeling wordt gebruikt als titel van het inhoudsonderdeel, niet de bestandsnaam.
|
|
|